Plan je investeringen
Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) voor investeringen boven € 2.800 tot € 69.765 bedraagt 28% met een maximum van € 19.535. De KIA blijft vervolgens gelijk tot een investeringsbedrag van € 129.194, om daarna af te nemen met 7,56% van het meerdere. Vanaf een totaal investeringsbedrag van € 387.580 bedraagt de
Veranderingen in de kleineondernemersregeling per 2025
De kleineondernemersregeling (KOR) houdt in, dat in Nederland gevestigde ondernemers gebruik kunnen maken van een vrijstelling van omzetbelasting, mits hun belaste jaaromzet niet meer dan € 20.000 bedraagt. Ondernemers moeten vooraf melden dat zij de KOR willen toepassen. Toepassing van de KOR houdt in, dat ondernemers geen btw op hun
Toepassing werkkostenregeling 2024
Vrije ruimte Uitgangspunt van de werkkostenregeling is dat alle vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers loon vormen, ook als het gaat om kosten die 100% zakelijk zijn. Er is een vrije ruimte waarbinnen vergoedingen en verstrekkingen belastingvrij gegeven kunnen worden. De vrije ruimte bedraagt in 2024 1,92% over de eerste €
Salaris dga over 2024
De dga en zijn partner zijn wettelijk verplicht om voor hun werk voor de bv ten minste een gebruikelijk loon te ontvangen. Het gebruikelijk loon is in 2024 het hoogste van de volgende bedragen: het salaris uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking; het hoogste salaris van de overige werknemers van de
Let op de hoogte van de schuld aan de eigen bv!
Houders van een aanmerkelijk belang in een bv (5% of meer van de aandelen) moeten inkomstenbelasting in box 2 betalen over schulden aan de eigen bv voor zover deze op 31 december 2024 meer bedragen dan € 500.000. Per 31 december 2023 gold een bedrag van € 700.000. Dat betekent
Belastingheffing in box 3 als het werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement
Verzoek ambtshalve vermindering aanslagen inkomstenbelasting 2019 en 2020 Het ministerie van Financiën heeft een standpunt gepubliceerd over aanvullend rechtsherstel in box 3. Dit standpunt is ingenomen naar aanleiding van de arresten van de Hoge Raad van 6 juni 2024. De Hoge Raad heeft in deze arresten aangegeven dat voor het